Amsterdam drawing

 Of Stefan Bleekrode zijn steden zo angstig precies tekent als bezwering weet ik niet. Voor mij zijn ze griezelig. Ik denk door hun onbevatbaarheid. In andere stadsgezichten halen schilders er altijd iets uit. Ze kiezen. Details, die moeten ‘staan’ voor het geheel.

 Maar zijn steden overweldigen de toeschouwer. Zoveel appar­tementen, zoveel ramen dat ik me wel moet gaan indenken wie daar allemaal wonen en wat ze doen.

 De esthetiek van een mechaniek. Ik dacht aan Escher ook.

 Het begon een paar jaar terug met schilderijen in Edward Hop­per‑stijl. Met dezelfde benauwenis. Op de academie hield hij het niet lang uit.

 De werkelijkheid drong zich steeds meer aan hem op. Wat voor een werkelijkheid?

 Op de panoramische stadsgezichten van Stefan Bleekrode komen mensen alleen voor als verre tinnen soldaatjes zoals je ze ziet op maquettes.

 Hij loopt veel door z’n steden. Fietste heel de Verenigde Staten door. Hoe? Als ik door een stad als Rome loop probeer ik niet onder te gaan in de veelheid. Ik moet kiezen. Bepaalde straten loop ik, ik keer er weer terug, maak me vertrouwd met kleinigheden. Winkeletalages of mensen, een krantenverkoper. Dat ontbreekt bij hem.

 Er is ook nauwelijks weer, de steden liggen er bloot bij in de zon, in 'Amerikaans licht'.

 Zijn eidetisch talent maakt dat hij na wat rondwandelen heel zo’n stad in z’n kop heeft zitten en hem kan tekenen. In vogelperspectief.

 Ik zag hem aan het werk op Amsterdam Drawing, we maakten een praatje. Een wonderbaarlijk hoofd. Hij kiest steden die hij mooi vindt, dat zijn die welke toeristen ook bezoeken. Maar hij neemt ze vaak niet letterlijk, componeert soms een Italiaanse of Nederlandse stad, zoals schilders vaker door de eeuwen deden.

 Maar wat is er dan zo benauwend aan? Voor mij, voor hem? Hij gebruikt het woord ‘desolaat’.