De afdalingen van Marjoleine de Vos

 't Is Hemelvaartsdag. Nu was afdalen naar de onderwereld en daar weer levend uit naar boven komen al lang voor Christus een terugkerend verhaal. Odysseus deed het en Aeneas. En dan Orpheus, die er zijn Euridice ging zoeken.

 In haar ver strekkende boekje 'Afdalingen' heeft Majoleine de Vos die verhalen, van vroeger en nu, verzameld. Verhalen die allemaal ingaan tegen wat wij nu weten, namelijk dat geest en lichaam onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Toch, het verhaal van de ziel die bij het sterven het lichaam verlaat blijft onuitroeibaar.

 Maar wat blijft er dan over? Vanwaar al dat gesjor met dode lichamen, dat koesteren van lichaamsdelen van eeuwen dode heiligen?

 Mensen kunnen kennelijk niet berusten in de dood.

 Terwijl het enige dat ons rest toch werkelijk de herinnering is geholpen door de zegenrijke vinding van de fotografie die blikken in het dodenrijk geeft. 

 Waar de Orfische mysteriën bij de Grieken werden gevierd vond men gouden blaadjes met instructies die de doden mee kregen. Ze moesten zich niet laten misleiden, daar beneden, maar doorlopen naar de bron van de moeder der muzen Mnemosyne, de muze van de herinnering, en daar zo veel mogelijk van drinken. 

 Ik bekijk de schimmen op het paradijselijke Eiland van Grande Jatte van Seurat en denk daar gaan ze, ze hebben er goed van gedronken. Zo ziet mijn hiernamaals er uit. Als de Elyseese Velden waar ook Orpheus en Euridice tenslotte terecht kwamen.