De stilte van de Sirenen

 Franz Kafka is thuis in het niet. Niet‑schrijven was hem een vertrouwde verschrikking. In het nieuwe nummer van Extaze - een filmnummer - gaat Mark Baltser in op zijn verhaal Het zwijgen der Sirenen (1917) en de rol daarin van een ander schijnbaar 'niet', de stilte.

 Ook in Kafka's versie heeft Odysseus zich niet alleen aan de mast van zijn schip laten vastketenen en was in zijn oren laten stoppen. Hij zal de betoverende Sirenenzang, anders dan in de Odyssee, niet horen.

 Als dus niemand de Sirenen heeft horen zingen rijst de vraag of de Sirenen wel gezongen hebben, of dat ze deden alsof. Volgens Kafka hebben ze gezwegen. Waarom? Luister: ‘Nu bezitten de Sirenen evenwel een nog afschuwelijker wapen dan hun gezang, namelijk hun zwijgen.’

 Baltser zegt: ‘De Sirenen vallen stil, ze zwijgen. De wil om te verleiden is verdwenen. Alleen de glans in de ogen van Odysseus doet er nog toe.’ En dan, zegt hij, schrijft Kafka het zinnetje waardoor het verhaal kantelt:

 "Maar Odysseus om het zo uit te drukken, hoorde hun zwijgen niet, hij geloofde dat zij zongen, en alleen hij was ertegen bes­chermd het te horen. Vluchtig zag hij eerst het draaien van hun halzen, het diepe ademen, de betraande ogen, de half open mond, maar hij geloofde dat dit bij de gezangen hoorde, die ongehoord langs hem wegstierven."

 Odysseus heeft de Sirenen verleid.

 En dan komt de vraag. Als Odysseus ze niet hoorde zingen, maar ook niet hoorde zwijgen, wat heeft hij dan wel gehoord? Wat zou er kunnen bestaan tussen zang en zwijgen?

 Baltser citeert een Kafka-aforisme: 'Het is niet nodig dat je het huis verlaat. Blijf aan tafel zitten en luister. Je hoeft niet eens te luisteren, wacht alleen maar. Wacht niet eens, wees volledig stil en alleen.' 

Tags: