Het stinkende Versailles

 De film over de laatste dagen van Lodewijk XIV met Jean Pierre Léaud mist een essentieel ingrediënt: je ruikt de koning niet. De stank van Versailles was berucht.

 Als hij 's ochtends audiëntie hield deed hij dat van zijn met fluweel beklede pleepot. Zijn bezoekers moesten de stank en de geluiden maar verdragen wilden ze naar zijn gunsten dingen.

 Hij genoot het privilege van de stank. De zonnekoning ging zijn graf in als de meest stinkende vorst aller tijden.

 Verspreid in de gangen van Versailles waren wel wat piepkleine toiletten, die bestonden uit een houten ton met een gat erin. Doorgaans lek. De inhoud sijpelde door de vloer naar de ondergelegen vertrekken. Gewoon in een hoekje op de gang was ook heel gangbaar.

 De reuk, het raadselachtige zintuig. Ieder huis, heeft zijn eigen luchtjes. Een cocktail van lijflucht, schoonmaakmiddelen, etensresten wieweet poes of hond. Pas bij afbraak verdwijnt huislucht.

 Lijflucht is een samengestelde geur. Elk mensonderdeel ruikt immers weer anders. Je hebt mondlucht, oorsmeer, okselgeur, voetzweet en zo door. Waarom is dat zo? Is het om de weg te kunnen vinden op andermans lichaam? Een hond heeft er iets aan.

 Op zaterdag 2 september in de Vorlesebühne meer.