John Berger en Charlie Chaplin

 Begin dit jaar stierf de Engelse schrijver en schilder John Berger. Ik lees zijn 'Confabulations', korte schrijfsels over wat hem bezighield. Een ervan over - de ook Engelse - Charlie Chaplin. Vandaag wordt zijn Modern Times (1936) weer vertoond, op ARTE om 20.15 en later deze maand nog twee keer.

 Berger legt de wereld van het Chaplin-mannetje uit. De kont is de kern van het mannelijk lichaam, daar schop je je tegenstander. In een wereld zonder medelijden is een wandelstok je beste metgezel. En alle achtervolgingen gaan in een rondje.

 Deze wijsheden, zegt Berger, komen voort uit hoe een straatjongen van tien jaar in Zuid-Londen (Lambeth) de wereld leert kennen.

 Chaplin groeide op in opvoedingsinstituten omdat zijn moeder het niet kon. Ze kwam uit een familie van Music-Hall artiesten en eindigde in een inrichting. Hij hield veel van haar.

 De wereld van rijken en armen waarin Chaplins zwerver leeft is niet veranderd zegt John Berger, nog steeds regeert het geld en verzorgen de media de dope.

 Wat kan de arme clown doen? Chaplins 'tramp' valt en valt weer, incasseert vernedering na vernedering, en staat altijd weer op. Hij is onkwetsbaar. Dat is grappig. De zaal lacht.