Wim en hond

 We rijden al vele jaren bij het begin van de zomervakantie naar een kleine plaats in Overijssel, achter Goor, waar de hond van Wim in een dieren­pension logeert als zijn baas en bazin naar het Zuiden gaan. Het wordt lang tevoren besproken. Monique weet het, ik weet het, en het meest van allen, weet de hond het. Dat merk ik als ik 's ochtends vroeg de kade kom opgereden.

 Daar staat Wim, met de hond en zijn lijn, en zijn dekentje.

Eén keer piepte de hond toen ie me zag, want ik ben verbonden met deze jaarlijkse reis en hij zag de bui hangen. Maar na een berisping van zijn baas zweeg hij. En berustte. Waar ik bij was heeft de hond nooit geblaft.

 Deze reis is uitgestippeld. Wim heeft een print gemaakt van een ANWB routebeschrijving en zal me, zoals ieder jaar onderweg vertellen waar ik moet afslaan. We volgen de A1 in de richting Apeldoorn/Hengelo en bespreken de literatuur, de wereld en de mensen. Bij afslag 28 wordt het menens. Van de snelweg af. En nu? Of het aan mij ligt of aan de ANWB, maar ieder jaar weer verdwalen we, ergens tussen de afslag 28 en de stad Goor.

 Wim heeft geen rijbewijs. De routebeschrijving is hem heilig. Maar die zegt nu weer - zoals elk jaar: ga na 450 meter rech­tsaf en volg Provin­ciale weg (N347) richting Goor.

 Was dit nu 450 meter? vraagt Wim. Nergens een afslag te bekennen. De hond zit muisstil achterin. Het wordt nu tijd Monique te bellen. Alles gaat immers goed. Alleen geen afslag. En zo rijden we - net als ieder jaar ‑ het centrum van Goor binnen, belanden op een erfje en moeten terug. Maar waarheen? Het hondenpension wordt gebeld dat we iets later komen, of ze dan nog open zijn?

 Ga na 8,4 kilometer linksaf de Haaksbergerweg (N347) op richting Haaksbergen. Heb jij een bord Haaksbergen gezien? Nee. Maar daar is het kanaal. En het ligt toch aan de andere kant van het kanaal. Ik rij naar de brug over het Twentekanaal. Wim bestudeert de routebeschrijving. Tweede afslag op de rotonde richting Haaksbergen. Dan moeten we nu op N 740 zitten, richting Neede. Wacht even. Nog een keer om die rotonde heen en jahoor, Neede.

 Als we eindelijk het terrein van het pension oprijden piept de hond zacht.

 Stil.

 En laat zich geduldig afvoeren. 

Tags: