Hoe God stierf

 Voor hij vorig jaar stierf heeft meester-vertaler Hans Driessen 'De vrolijke wetenschap' (1882) van Nietzsche voltooid. Het leest vederlicht. Bleef de ironie bewaard? Ik zoek de beroemde paragraaf 125, 'De krankzinnige man', vrij naar het verhaal over Diogenes, maar die zocht een mens:

 'Hebben jullie nooit gehoord van die krankzinnige man, die op een heldere ochtend een lantaarn aanstak, de markt op liep en onophoudelijk schreeuwde: 'Ik zoek god! Ik zoek God!' - Omdat daar juist veel mensen bijeen stonden die niet in God geloofden, veroorzaakte hij een groot gelach. 'Is hij dan verloren gegaan?' zei de een. 'Is hij verdwaald als een kind? zei de ander. 'Of houdt hij zich verstopt? Is hij bang voor ons? Is hij op een boot gestapt? Geëmigreerd?' - zo schreeuwden en lachten ze door elkaar.

 De krankzinnige man sprong midden tussen hen in en doorboorde hen met zijn blikken. 'Waar God heen is?' riep hij, 'Ik zal het jullie vertellen! Wij hebben hem gedood - jullie en ik. Wij allen zijn z'n moordenaars! Maar hoe hebben we dat gedaan? Hoe konden we de zee leegdrink­en? Wie gaf ons de spons om de hele horizon uit te vegen? Wat deden we toen we deze aarde van haar zon loskoppelden? Waar beweegt ze nu naartoe? Waarheen bewegen wij ons?'

 En zo door, en door: 'Moeten niet 's ochtends lantaarns worden aangestoken?'

ps. vergelijk deze nieuwe vertaling eens met de oude van Hawinkels, een wereld van verschil, en verbetering..