Het dagboek van Wolfgang Herrndorf

 Het zou beledigend zijn te zeggen dat dit mijn boek van het jaar 2014 is. Lijstjes doen boeken te kort, dit helemaal. 'Leven met het pistool op tafel', het Berlijns dagboek van Wolf­gang Herrndorf (vertaald bij Cossee) ontstijgt lijstjes.

 Een boek dat boeken te boven gaat. Ik heb een half jaar geleefd met de ten dode opgeschreven schrijver. Dat kon ook omdat ik wat ervaring heb met de ziekte waar hij aan stierf, 48 jaar oud. K.Mic­hel bekende me dat hij het af en toe had moeten wegle­ggen. Van­daag heb ik de kroniek van zijn aangekondigde dood ten einde kunnen lezen.

 Op 26 augustus 2013 gebruikt hij dat pistool ook. Aan het Hohenzollern-kanaal. Dit is een boek vol kanalen. Het verscheen eerst als weblog. Een mirakel. Levender, levendiger, geestrijker kun je niet schrijven. Zo schrijf je als alles op het spel staat. Ik vertaal zelf maar, mijn vader was leraar Duits, net als mijn grootvader.

 Hoe leg je je als 'nihilist' neer bij je eigen dood? Het dagboek eindigt met nog wat teruggevonden losse aantekeningen, waaruit:

 'Toch is mijn zekerheid, al niet bestaand of dood te zijn, niet volledig. Af en toe, meestal in de natuur, overvalt me tot mijn verbazing op veel momenten het verwarrende gevoel er nog te zijn. Deze bomen, deze boom, de weg, de brug: Dit is er toch allemaal nog, op deze momenten wankelt mijn nihilisme ook, een lichte duizeling, een zweefmolen op de kermis, nooit lang, een zenuwslopende duizeling op onvaste bodem, waar een doorgaan me alleen door het bezit van het wapen wordt toegestaan, als eenvoudigste mogelijkheid je elk moment en zonder moeite uit een niets in niets binnen te katapulteren, uitstappen alstublieft, iedereen uitstappen dames en heren.' 

Tonnus Oosterhoff

 Op donderdag 23 april 2009 was ik in de bibliotheek van de Brusselse deelgemeente Elsene (Ixelles), waar Els Moors de dichters Tonnus Oosterhoff en K. Michel had uitgenodigd. Ik maakte deze foto.

 Met - zag ik opeens - Michel in de rol van Stan Laurel en Tonnus in die van Oliver Hardy. Ik liet ze de foto zien. Ze stemden in. Nu aan Tonnus Oosterhoff de P.C.Hooftprijs is toegekend (vermijd toch het woordje 'winnen', dichten is iets anders dan hardlopen) een eerste strofe:

 "Ik ben de dwerg van gemiddelde lengte.

Mijn weefgetouw wordt als ik droom groter. Ik droom:

'Als ik niet uit weven ga, dan zwaait er wat!'

De wereld is in het getouw,

ik zie de bodem doorgrond

en het naweven.

Maar word ik niet kleiner?

(...)" 

de voeten in Terras 00 (van K.Michel?)
het breinmannetje/vrouwtje van Ramachandran 

Ramachandran

Bij de neuroloog Ramachandran vond ik eens bijgevoegd schema van het brein, met daarop ingetekend waar in de hersenpan de zenuwuiteinden van onze lichaamsdelen uitkomen.

Sensationeel! Al weet ik nog steeds niet wat je er uit moet opmaken. Ja, de zenuwuiteinden van voet en tenen liggen in het brein vlak naast die van de genitaliën. En het oog ligt naast de duim.
Lichaamsdelen die precieze bewegingen moeten maken of erg gevoelig zijn bevatten kennelijk meer zenuwuiteinden. Maar vanwaar deze schikking? En wat voel ik toch allemaal?

Hieraan dacht ik toen ik de bijdrage van K.Michel zag in de digitale versie van het tijdschrift Terras (nummer 00): een foto - zonder bijschrift - van voeten (de zijne?), op een tapijt met een raadselpatroon waarin alleen die drie kruisjes van Amsterdam herkenbaar zijn.
Vreemde voeten. Wat is er met de linker kleine teen aan de hand?
Tenen zijn veelzeggend. Maar wat zeggen ze? Laat iedere redacteur van Terras zijn tenen sturen. Laat nummer 01 een tenennummer zijn.
 

Gerrit van Bakel (rechts)

Gerrit van Bakel (1)

In het tijdschrift Raster, nummer 58, nu online, schreef K.Michel in 1992 een raadselachtig stuk over, ja wat?

De aantrekkingskracht van donkergekleurde vloeistoffen op kinderen. Zoals eens de zwarte tulp de mensen gek maakte. Zwart komt in de natuur
niet voor. Michel maakte met z'n vriendjes een brouwsel dat ze 'sjep' noemden. Het was zwart en er dreef schuim op dat een bruinige kleur had. Grondstof was in een flesje opgeloste drop, die vervolgens moest 'rijpen' in de kelder.
Het ging om het maken van de toverdrank en het praten over alle details; wat voor soort flesje, hoe te schudden, wat de beste plaats was om de 'sjep' te laten rijpen. Alle handelingen hadden iets spannends en gewichtigs. Er werden magische krachten toegeschreven aan het elixir. Ging je sneller groeien, werd je sterker, kon je beter leren?
Michel schrijft: 'Voordat ik het flesje in de kelder of het schuurtje wegzette, keek ik er eerst een tijdje naar. Ik vond de kleur zo wonderlijk.'

Het stuk eindigt met een verwijzing naar het werk van Gerrit van Bakel (1943-1984). Over wie later meer
'Hij was de man van het voorwerpelijk denken; kunstenaar en maker van oa. de Tarim machine. Een langwerpige insektvormige machine met acht 'pootjes' die de afstand van 1100 kilometer, het wereldsnelheidsrecord op de weg in 30 miljoen jaar zou volbrengen. Een technisch wonder van gracieuze sloomheid.'
 

Tags: 
Sarah met haar verbrijzelde 'kuub stilte' (ook 2009)
K.Michel (links) en Tonnus Oosterhoff in Brussel (2009)

Stilte

Vanmorgen vertrok 'stilte'-kunstenaar Sarah van Sonsbeeck - maker van het fameuze, in 2010 in Almere verbrijzelde glazen 'kuub stilte' - naar haar nieuwe 'residence' in Mönchen-Gladbach.

Ze liet een transcriptie voor me achter van haar favoriete stiltegedicht. Dat bleek van K.Michel. Jaren terug had ze het opgenomen van de radio en uitgeschreven toen hij het voordroeg in de Avonden. Maar, klopten de tekst en de spatiëring wel? En, stond het ergens afgedrukt? 
Michel - die juist de Awater poëzieprijs kreeg toegekend - om opheldering gevraagd: 'Het is in een iets andere versie gepubliceerd in "Kleur de schaduwen" (2009).'

OKAY
Eerst een paar feiten:
De mens is het enige wezen dat huilt
waarom (apen niet?) weten we niet
Zoals er twee soorten stilte zijn
heb je twee soorten naakt
Een kaart is een landschap
dat je op kunt vouwen
Brieven hebben een stem 
maar onbestelbare hebben een ziel
In het Engels heten ze dead letters
Eenmaal retour worden de brieven 
samengeperst en versnipperd
Dit verklaart het ontstaan van sneeuw 
en de aanwezigheid van dwaallichtjes niet
Er en Het zijn raadselachtige woorden
Zoals je je niets herinnert van je geboorte 
zul je ook van je dood niks onthouden
De boodschap van het DNA luidt 
draai de sleutel in je rug op
Dingen zonder stekker kennen geen storing
Dingen zonder stekker
behalve hij die zich afvraagt 
wat er wordt geteld in 'hoe laat is het'
Okay, ook de wind huilt
 

Tags: 
de 'cottage' gefotografeerd door Sebald in De ringen van Saturnus
...en in de film

Michael Hamburger (2)

Michael Hamburger, schrijft K. Michel - naar aanleiding van m'n eerdere bericht over de in 2007 gestorven dichtervriend van W.G.Sebald - heeft een zeldzaam goed boek heeft geschreven over moderne poëzie, met de ietwat pontificale titel 'The truth of poetry'.

Hij ziet uit naar de film van Tacita Dean die het museum De Pont in Tilburg kocht en die eind november te zien is. In 2007 zag hij op de Duitse televisie een andere film over Hamburger en zijn huis: 'Ein englischer Dichter aus Deutschland'.
'Daarin zag je hem rondlopen in zijn woning (hoe noem je een 'cottage' in het nederlands?), geheimzinnig van indeling, veel kamertjes en vertrekken, overal boeken en spullen, overal groeide de natuur door de muren.'
Michel verwijst naar bijgaand dit aangrijpende filmfragment op youtube. Een minuut, helaas zonder beelden van het huis. Wel van de tuin.

Michel wijst ook op een website waar je de film kunt downloaden. De vriendenschaar van Sebald (1944-2001) in Nederland groeit. Nu al zijn verhalend werk vertaald is wordt het tijd het televisie-interview dat Michael Zeeman in 1998 met hem had te herhalen. Volgend jaar is het alweer zijn tiende sterfdag.
 

Tags: 

Op weg naar Elsene (2).

De omgang met woordenmensen blijft mooi maar lastig. Wie zich voortdurend afvraagt of wat hij aan het zeggen is wel verantwoord kan worden heeft kans te verdrinken in zenuwtrekjes en onbegrijpelijkheid.

Zouden krantenschrijvers zo zijn, de krant bleef erg leeg. Terwijl we toch alle vier, daar in Elsene, vonden dat er geschreven moest worden.
'Ware grootte' van Tonnus Oosterhof bevat deze strofe:

'Was schaatsen maar een woord als ik,
wat zou ik schaatsen op mijn podiumpje,
en wat zou ik de dames en weinige heren vervoeren.'

Els Moors had ons uitgenodigd eigen tekst te lezen en hield een exposé over het woordje 'ik' in het werk van haar drie genodigden.
Waar ging het over? vroeg ik achteraf.
'Eigenlijk over de liefde.'

Een aantekening bij een zeereis uit 'In een handpalm' van K.Michel:
'Ik moest de zee zien, ik moest de bewegingen van het schip kunnen relateren aan de horizon, anders begreep ik niet wat er met mijn lichaam gebeurde en werd ik ziek.'
En dan: 
'Grote woorden zijn ook schepen, zoek altijd het dek op.'

Eigenlijk kan het niet. Maar het gebeurt en blijft gebeuren. Nu weer in de Nederlandstalige bibliotheek van Elsene (Ixelles), even buiten de Naamse Poort in Brussel, afgelopen donderdag.

Op weg naar Elsene (1)

Morgenavond sta ik - als God het wil - op het podium in de bibliotheek van de Brusselse deelgemeente Elsene (Ixelles), waar Els Moors de dichters Tonnus Oosterhoff en K.Michel heeft uitgenodigd voor een voorstelling die ze 'Een nocturne, op weg naar Elsene' heeft gedoopt. Ik ben uitgenodigd als Alex Mol, om stukjes te lezen uit de bundel 'Is daar iemand' (1999). Michel publiceerde pas nog prozastukjes, 'In een handpalm' (2008) en Tonnus gedichten 'Ware grootte' (ook 2008).Wat heeft Els Moors in de zin? Hoe en waarom ze ons op een Brussels podium zet zullen we morgen ontdekken, al zijn er al wel aanwijzingen op haar weblog, over de aanloop naar Elsene. Ook zijn we intussen door haar op video gezet, welke gesprekken in de Bibliotheek van Elsene te zien zullen zijn.

Wat hebben de schrijfsels van deze drie Nederlanders in de ogen van Els met elkaar te maken? Ik lees in de bundel van Tonnus Oosterhoff. Een eerste strofe:

"Ik ben de dwerg van gemiddelde lengte.
Mijn weefgetouw wordt als ik droom groter. Ik droom:
'Als ik niet uit weven ga, dan zwaait er wat!'
De wereld is in het getouw,
ik zie de bodem doorgrond
en het naweven.
Maar word ik niet kleiner?"

(...)

Ik moet giechelen. Kan alleen maar denken 'ja, zo is het'.

de eend in Amsterdam, kort na Nieuwjaar
de eend op de Loire

Badeend

 In 1997 kwam bij Alaska een container met 29.000 felgekleurde speelgoedbeestjes - waaronder gele badeendjes, blauwe schildpadden en rode bevers - in zee terecht. Dit volgens de dichter K.Michel, die er het gedicht “Konvooi op drift' over schreef (in zijn bundel 'Waterstudies'). Michel las in The Times dat ze met een snelheid van zo'n acht kilometer per uur voortdobberden en berekende dat ze nog wel vijf jaar onderweg konden zijn voor ze op de Ierse en Britse stranden zouden landen. De oceanograaf Curtis Ebbesmeyer gebruikte de verongelukte dieren als testmateriaal voor een computermodel van oceaanstromingen. Nog steeds verzamelt hij meldingen uit de hele wereld.

 Maar nu. Kort na Nieuwjaar, dook deze reuzen badeend op in de nieuwe vijver tussen het Amsterdamse Station RAI en het Amstelpark. Hij blijkt een schepping van de kunstenaar Florentijn Hofman.Eenmaal trof ik hem leeggelopen aan. En dacht meteen aan gangsters die voor de lol op verkeersborden schieten of op snelheidsflitsers. Maar nee, z'n rits was stuk. De opblaasbare eend debuteerde vorig jaar in Frankrijk, in de monding van Loire. Hofman: 'De badeend kent geen grenzen, geen onderscheid in volken en is niet politiek geladen! De vriendelijk dobberende badeend heeft een helende functie en zal mondiale spanningen kunnen wegnemen en definiëren. De badeend is zacht, vriendelijk en voor jong en oud.' De afmetingen van de eend op de Loire waren: 26 x 20 x 32 meter.

 De Amsterdamse lijkt kleiner. PS. K.Michel schrijft me net: 'Ja die badeendjes... het verhaal is al vijftien jaar oud maar het blijft voortduren.' Dat is waar, het houdt niet op. En, zoals bij verhalen hoort, het verandert steeds. Zie de Engelse Wikipedia-versie.En dit knipsel, dat Michel bijsluit.

Tags: