Buren

 'Buurman! Buurman! 'k Heb weer allemaal sneeuw.' Ze hoefde maar op de trap te gaan staan. Kabeltelevisie hadden we nog niet, dit waren van die sprieten. Ik werkte bij de radio, ik moest dit oplossen. Je kunt het treffen. Dit was, zei men, een 'leuke trap'.

 Tante An bezat ook een cassettespeler. Met twee cassettes. Haar favoriet was Wim Sonneveld. En steeds weer was de vraag of ze Sonneveld na een halfuur zou omkeren. En ja, weer zat je een halfuur vast aan de wollen sokjes van Marjoleine en de koningin van Lom­bardije.

 Hoe dit zo? Op kerstavond brengt de Vorlesebühne van Bernhard Christiansen in de molen De Ster in Utrecht een avond over buren. 'Mijn korte ontmoeting met een hemellichaam,' is de precieze opdracht.

 Zo kort was de ontmoeting niet. Nog hoor ik Marjoleine. Tante An was een waarlijk hemellichaam, om haar heen cirkelden satellieten als haar schreeuwende dochter die dagelijks de kleinzoon kwam brengen. Zijn naam was me lange tijd niet duidelijk tot ik verstond 'Alexander-hou-je-kop'.

 Behalve Alexander-hou-je-kop was daar Joop de zeilmaker, die beneden op het plaatsje dekzeilen maakte voor marktkramen en bakfietsen, maar ze vaak te kort afsneed, zodat hij bij tante An zat te snikken. Sinds Joop weet ik wat verknipt betekent.

 'k Ben z'n moederfiguur he,' zei tante An.

 De vrouw van Joop had een gat in d'r hand. Ze liet alle rekeningen achter de kast vallen.

 Wat zou er van dit sterrenstelsel geworden zijn? Onderaan de trap was het luik, het zwarte gat.

Tags: