Meisjes bewegen anders dan jongens. Al jong zie je het bij gymnastiek. Hoezeer vrouwenelftallen in het voetbal ook getraind worden in mannelijke bewegingen, hoezeer ze ook mannen nadoen, er blijven grote verschillen. Welke?
Die juist de aantrekkelijkheid van het vrouwenvoetbal uitmaken. Onvergetelijk blijven de wedstrijden van het hoogste meisjes volleybalteam van mijn school, in een gymnastiekzaal, waar het langs de wandrekken en op de banken vol stond met jonkies als ik. Om te zien wat je anders nooit zag. De tricotjes, de strakke broekjes, geel met zwart.
Ze moeten geweten hebben dat ze twee dingen tegelijk deden, niet alleen een wedstrijd speelden maar ook optreden. Ze schudden hun haren achteruit of veegden ze uit hun gezicht. Het applaus was tweeërlei.
Vrouwen zien ook zichzelf. Maar in de kunst vind je tot vervelens toe de mannelijke blik. Behalve bij kunstenaars als de fotograferende acrobate Isabelle Wenzel en de schilderes Rolina Nell. Die laatste bracht een verrassend 'Album' uit met schilderijen en tekeningen met de vrouwelijke blik op vrouwen en meisjes. Houdingen, kleren en hoe ze gedragen worden, manieren van staan. Graden van bewustzijn van het eigen lichaam. Met je houding geen of juist wel raad weten. Staan, maar hoe?
Hoe je haar te wassen in een emmer water, een meesterlijke serie. En, geen toeval, er komen nauwelijks gezichten voor in dit werk.