Yves Klein

 De schilder (1928-1962) die in 1957 uitkwam op het ultramarijnblauw, omdat hij ontdekte dat die kleur een nabeeld ach­ter­laat 'dat de toeschouwer doordrenkt', schreef ook gedich­ten. Zoals ik ontdekte op de verrassende expositie 'Parijs', over de hoofdstad van de kunst tussen 1900 en 1960 in het Haags Gemeentemuseum. Opeens zag ik daar het handschrift van Gerard Reve en een foto van hem en vriend Rudy Kousbroek, die in de lichtstad woonde. Reve vertaalde Yves Kleins 'Kom met mij in de leegte' (1957):

Steeds wanneer ik aan u denk

droom ik van onze vacantiedagen

toen wij, de armen  om elkaar geslagen

de wegen volgden

herinnert U zich nog

hoe ons pad steeds lichter werd

en alles begon te verdwijnen

de bomen

de bergen

de zee

en ook de bloemen

rondom ons was niets

opeens eindigt ook de weg

we staan aan het einde der wereld

zullen we teruggaan

nooit

Kom met mij in de leegte

Want U, U droomt toch ook

van de leegte, onze oneindige liefde

Ik weet dat wij zonder een woord te spreken

ons zullen storten in de afgrond

die onze liefde redt

de leegte wacht op onze liefde

zoals ik U elke dag verwacht

Kom met mij in de leegte.