Een straatnaambordje op een vrijwel leeg plein. Iets verderop een brok van wat eens het Anhalter Bahnhof was. Het station vanwaar de Berlijners voor de oorlog naar het Zuiden reisden, naar Milaan, maar ook naar Wenen of Praag.Hier kwam Franz Kafka aan als hij zijn Berlijnse verloofde Felice Bauer bezocht. Felice, de vrouw met wie hij van zichzelf moest trouwen om daarna als een volwaardig burger door het leven te gaan. Maar ja, het schrijven.
Om de hoek was het hotel Askanischer Hof waar hij in 1914 door haar familie ter verantwoording werd geroepen. Kwam er nog wat van een huwelijk? De verloving brak. Er kwam een tweede. Pas toen in 1917 tuberculose werd geconstateerd staakte hij zijn 'huwelijkspogingen' met Felice. ''Gehirn und Lunge hätten sich ohne mijn Wissen verständigt,' veronderstelt hij in en brief aan zijn vriend Max Brod. Zijn verstand en zijn longen waren achter hem om tot een conclusie gekomen.Anhalter Bahnhof, Askanischer Hof, electrisch geladen woorden uit mijn jaren van Kafkalezen. Hier was het dus. Hier liep hij het station uit naar het hotel daarginds, naar wat hij als een rechtzitting ervoer. Hier begint de roman Het Proces. Kafka's Berlijn was de gedroomde Grote Stad. Eens zou hij erheen ontsnappen, weg uit Praag, dat 'moedertje met klauwen'. Het gebeurde, kort voor zijn dood (september 1923) verhuisde hij naar de voorstad Steglitz, ziek, maar gelukkig met Dora Diamant. Hij vergeleek zijn ontsnapping ironisch met Napoleons Russische veldtocht.