Zo bereik je bij de lezer de gewenste 'temporary suspension of disbelief'. Hergé tekende heel het album De zwarte rotsen opnieuw nadat Engelse briefschrijvers hem hadden gezegd dat onder meer het schotse rokje dat Kuifje draagt en een locomotief niet klopten.
In zijn nieuwe roman 't Jagthuys gaat Merijn de Boer vergelijkbaar te werk. Heel de introductie is zeer gedetailleerd. De hoofdpersoon rijdt met de bus van station Breukelen voorbij Nieuwersluis en gaat op bezoek in een buitenhuis. Zover niks ongewoons, behalve dat een schep dient als deurklopper. De bewoonster heeft een verontrustende naam, maar zoiets kan. Ook is er een zoon die zich verstopt.
Bezoekster en moeder praten over ditjes en datjes. Er wordt thee gedronken.
Dan blijkt dat de bezoekster gekomen is voor deze vijfendertigjarige zoon, die opgegroeid is met een 'scheve heup'. Waarna de moeder en passsant zegt: 'We hebben hem een ijzeren broek om moeten doen'.
Nu blijkt waarom de bus van Breukelen hierheen is gereden. De ijzeren broek is nooit meer uitgegaan. Een ijselijke variant op de Zander-therapie, die het verhaal naar een andere wereld tilt.
De moeder zegt: 'Ik wil dat mijn zoon seksueel gezond wordt.'
Als de bus niet zo secuur vanuit Breukelen was komen aanrijden en de thee gedronken was een wending als deze onvoorstelbaar geweest. Nu moet ik verder lezen.