De toekomst van gisteren

 Wat als de Duitsers nu eens de Tweede Wereldoorlog hadden gewonnen. Zo moeilijk was dat niet geweest. Meteen oversteken naar Engeland, het met Stalin op een akkoordje gooien en de Amerikanen te vriend houden..

 Dat is wat je door het hoofd gaat bij 'Carthago' in het Oudhedenmuseum in Leiden. Harry Mulisch opperde het in zijn 'De toekomst van gisteren'.

 In het geval van de Punische oorlogen tussen Rome en Carthago is het dan wél gebeurd. Hannibal, de grote stuntman die met zijn olifanten de Alpen over trok redde het niet. De verkeerde partij won.

 Wat overblijft is de gymnasiumkreet van senator Cato dat Carthago vernietigd moet worden. Gisteren onderstreepte Fik Meijer in z'n Huizinga-lezing dat de eerste Romeinse vlootoverwinning door Duilius op de zeemacht Carthago het begin van het einde was.

 De Carthag­ers kwamen uit de Libanon, stonden artistiek op hoog peil, vonden het droogdok uit, werkten samen met de Griekse stadstaten op Sicilië. Tot de Romeinen, hun Duizendjarig Rijk begonnen te bouwen. Nog lang sprak men in Carthago Punisch, ook Augustinus die er vandaan kwam.

 Maar achteraf - winner takes it all - zijn de Carthagers inktzwart gemaakt. Ze zouden zelfs kinderoffers gebracht hebben. De Romeinse historicus Polybius schreef ze weg. En het was nota bene Flaubert die het hem in zijn historische roman Salammbo nogeens slaafs naschreef.

 De winnaars namen mee wat ze konden gebruiken. De stad werd in 146 vChr. vernietigd. Veel bleef er niet over, wat je in Leiden ziet is een handvol aardige beelden, plattegronden. De toekomst van gisteren is onverbiddelijk. Pas veel later ontstond er een Romeins Carthago.