Na het bombardement kwam het sein veilig. Eerst namen de mannen de schade op. In onze Zutphense straat waren meerdere huizen verwoest. Daarna konden de vrouwen gaan kijken.
Tante Plona en oom Dirk waren 'alles kwijt'. Mijn moeder vertelde dat ze met overbuurvrouw Plona op de puinhopen stond. Plona hield een gemberpotje in haar armen geklemd. Dat had ze heel de tijd bij zich gehad, zei ze. Het enige dat ze mee had kunnen nemen voor ze bij het luchtalarm de kelder in vluchtten.
Waarom juist dat gemberpotje? Er waren toch zoveel kostbaarder dingen in huis. 'Ik heb er zo vaak naar gekeken, ´ zei Plona. ´Het heeft al die jaren op de schoorsteenmantel gestaan.´
Dit omdat Jeroen van Kan en Wim Brands een boek in de maak hebben over de voorwerpen die wij bij ons hebben.
Wordt het gemberpotje mijn nominatie? Nee, ik stuurde het deksel van mijn vuilnisbak uit 1970 in. De vuilnisbak waarop ik klim om iets van de bovenste keukenplank te pakken, waarop ik in dronkenschap ga zitten. De vuilnisbak die ik gebruik om verfpotten op te zetten.
De vuilnisbak waarbij een verdwenen vuilniswagen hoort waarin drie van die bakken pasten. Zodat de vuilnisman ze er met een beweging in kon omkeren. De wagen die zich aan het eind van de straat met donderend geraas oprichtte om het verzamelde vuilnis naar achteren te laten vallen. Je hoorde hem van ver aankomen.
De vuilnisbak wordt nu gebruikt om er vuilniszakken in te hangen. Sluit goed af.