Op zondag zagĀ je ze in colonnes het straatje uit fietsen naar hun kerken, katholieke familie van het ene uiteinde, de gereformeerden woonden aan de andere kant. Het gezin van mijn vriendje Marnix waar ik over huis kwam. Radio was daar niet, televisie zeker niet. ''Daar hebben wij geen behoefte aan,' zei zijn moeder. Tijdens de afwas zongen zij en haar dochters zuiver tweestemmig, terwijl Marnix mij meccano leerde. Schroeven, moeren, assen en tandwielen, die hij opborg in een zelf gefiguurzaagde kist met vakjes en een pianoscharnier. Ik denk nog bij elke schroef aan Marnix, die later professor werd in Delft.
Aan het andere uiteinde woonde de ook gereformeerde familie Van Zeeland. Henk en Bert bleken ongeschikt voor mijn straatvoetbalelftal, maar er beurde iets anders. De nieuwe tijd kwam in dat huisje binnen in de gestalte van de later beroemde componist en jazzpianist Henk Alkemade. En ja, er stond een piano, zodat de voorkamer, gelegen achter de erker, binnen de kortste keren veranderde in een jazz-studio van de Henk Alkemade combo, met Henk en Bert op bas en slagwerk. Je zag ze op zondagen spelen.
Naar de kerk werd niet meer gefietst, waar de ouders gebleven zijn weet ik niet. Kortgeleden las ik dat Henk Alkemade was overleden. Over de gebroeders Van Zeeland geen woord.