Haagse zomers

 Een verhaal is goed als er al lezend eigen verhalen bij je opkomen. Dat gebeurde me bij de verhalen en gedichten in het nummer over Haagse zomers en sporten - en nog veel meer - in het nieuwe nummer van het blad Extaze.

 Mijn moeder woonde als meisje - in de jaren '30 - op Kijkduin, in een tijdens de Atlantikwall afgebroken huis aan de Noordwijkselaan, waar je altijd de zee hoorde en insliep bij de lichtbundels van de vuurtoren. Eens regende het op haar verjaardag en kon het bedachte strandfeest niet doorgaan, geen nood mijn grootmoeder organiseerde een strandfeest binnenshuis. De achterkamer werd door hulpvaardige ooms vol duinzand geschept en daarin verrezen forten met vlaggetjes.

 Na de oorlog woonden we wat verderop, bij het eindpunt van lijn twee, waar op warme vakantiedagen de Haagse bleekneusjes aankwamen. Kinderen uit de verre binnenstad die twee aan twee achter vaandelstokken met hun groepsnummer werden aangemarcheerd, zwijgend.

 Haagse zomers. Heel soms de grammofoon van de buren met 'Seven lonely days, make one lonely week'. Verder stilte. Er zijn warme zomers geweest dat ik dagen binnen bleef.

 Heel in de verte de bel van een ijscoman. En touwtjespringende meisjes die een liedje zongen waarvan ik nog maar een regel weet: 'Stille straten daar bij de zee.' Wat rijmde op 'mee'. Ik zie zo'n straat - portiekwoningen - voor me. Die Haagse stilte zit ook in de wonderlijke illustraties die Diederik Gerlach maakte voor deze Extaze. 

Tags: