Kafka in 1976

 'Het stadje waar de tijd stilstond' van Bohumil Hrabal las ik pas toen ik in november 1976 terug was uit Praag. Nu schijnt het een kleurige toeristische kermis te zijn. Ik moet mijn grauwe, duistere herinnering beschermen. Toen ook las ik in de krant dat in Praag de protestbeweging Charta '77 was opgestaan.

 Cafés vond je door op het geluid af te gaan. Eenmaal liet ik daar mijn NAGRA-recorder zien en de microfoon ging in het dronken gewoel van hand tot hand. Iedereen zei z'n zegje. De meest voorkomende kreet was 'Husak, de toenmalige communis­tische machthebber. Tot een oudere heer me apart nam en vroeg dat gekrakeel te wissen, want 'ze zitten overal, ook hier'.

 Voor Kafka kwam ik, maar die was in geen boekhandel te vinden. Een ober vertelde hoe zijn Kafka's van de bibliotheek, die hij gehouden had, bij hem thuis door de politie waren opgehaald.

 Ik at in de 'Vegetarna', een vegetarisch restaurant dat gevestigd was in de Zeltnergasse, waar de familie Kafka eens woonde en dat uitzag op de ramen van de Teinskirche er achter, waar licht brandde.

 Een dag later ging ik op goed geluk, met draaiende recorder het gebouw binnen in de Celetna waar Kafka eens werkte en nu een bedrijf in elektronica zat en liep de trappen op tot een heer me vroeg waar ik heen wou. Ik liet  mijn recorder zien. Hij dacht dat de NAGRA stuk was en verwees me naar een ander stadsdeel.

 En zo ben ik nooit in die erker op de tweede verdieping geweest waar Kafka met Gustav Janouch heeft staan kijken naar een demonstratie, Kafka's vaste werkplek.

 Ik sliep in het Olympik Hotel, luxe voor gasten uit het Oostblok in een buitenwijk, tegenover de tramremise, vol roodwitte spandoeken met slogans. Daarna reisde ik naar Mariënbad, waar het sneeuwde, omdat Kafka daar ook eens logeerde met Felice Bauer. Met maar een gedachte: 'hoe kom ik hier weg'.

Tags: