Kerstkist

 Over de kerstviering hing bij mij thuis een dreiging. Je zag het aankomen. Mijn grootvader, de ouderling, werd opgehaald en was de enige gast. Mijn jongere broer, die op voet van oorlog leefde met mijn vader, zocht moeilijkheden, bijvoorbeeld door bekken te trekken als opa langdurig uit de Bijbel moest lezen.

 Ook de muziek was problematisch. Mijn vader had gedacht het op te lossen met een grammofoonplaat. Op het label van deze EP stond Deutsche Grammophon Gesellschaft en 'Jesu Joy of mans desiring' en J.S.Bach, de melodie die de organist elke zondag aan het begin van de dienst in opa 's kerk speelde voor hij in zijn kerkepak met het collectezakje rond moest. Er kwamen veel knopen in het zakje terecht.

 'Dit herken je vast wel vader'. Maar opa herkende niks, hij was toondoof. Een zg. 'brommer'.

 Toch was er een lichtpuntje met kerst. 's ochtends, als mijn vader uitsliep pakte mijn moeder de 'kerstkist' uit haar jeugd uit. Vol gebroken kerstballen en pieken, maar ook met de glazen vormpjes voor zandtaartjes, waar mijn broer en ik de kaarsestompjes van vorig jaar in mochten smelten en laten stollen met oude lonten.

 Stak je die aan en liet je deze bootjes drijven in de grote glazen schaal, dan kreeg je een schouwspel van spiegelende vlammetjes, bedacht door haar lang gestorven moeder.

 Licht van lang geleden.