Niet

 'Ik wil er niet zijn.' Maar slaap brengt niet de gewenste afwezigheid, ik was er, meer dan me lief is, lig ik in bed en zoek een veilig heenkomen. Waarheen?

 Na veel omzwerf kom ik terecht in Orvieto, de tufstenen stad op de berg met in de Dom de wederopstanding des vlezes van Luca Signorelli. De vrouw in de bushalte-bar had er nog nooit van heeft had gehoord. Het is eerste pinksterdag en er waait een gure wind. Over het grote plein zwierven kleine meisjes, huiverend in dunne witte feestjurkjes. Eerste Communie. Wat dat meebrengt zie ik in het hotel, een vertimmerd klooster, waar een gezelschap volwassenen in feestkleding - veel satijnen dames - duidelijk ouders van de witte meisjes zich overgeeft aan de attracties die er op deze dag bij horen. Liters spumante. En schalen vol slagroomtaart. Er is veel te veel, het komt niet op. Ze worden dronken. De witte meisjes dwarrelen rond en eten er niet van. Een satijnen dame vleit zich aan me en dwingt me aan de taart en de spumante.

 Nu slaap ik toch. Ik ben er.