Paling

 Dit lijkt me de oogsttijd waarvoor Oom Kees, herenboer en dijkgraaf op de Kettingshoeve op Tholen Belgische gastarbeiders inhuurde. Die gehuisvest werden in een huisje op Strijen.

Waar hij vanuit zijn keukenraam zicht op kon houden. Want het waren feestvierders. ‘Sukkelademelk drinken, eierkoeken eten en tot tien uren opzitten!’

 De volgende ochtend zeer vroeg werden ze dan aan het werk gezet, want de oogst moest binnen voor het ging regenen. Dat gebeurde op een dieet van brandewijn (speed) en oliebollen (vet, koolhydraten). Een soort wielrennerskost.

 Ik heb een oude afspraak met Arjen Duinker op aan de resten van het Thoolse haventje iets te drinken. Hij kent het daar ook. Er zijn twee café’s, De Hof van Holland  en de Hof van Zeeland. Waar oom Kees zijn oogsten verkocht. Gelegen aan de waterloop die De Eendracht heette en Holland en Zeeland scheidde. Nu is dat een kanaal. Alleen, ik ga daar geen moddervette paling eten. Die vang je, leerde ik achter een gemaal, waar het water warm is. Niet dus. Ik proef het nog.