Tyll Ulenspiegel

 Verzonken in Daniel Kehlmanns 'Tyll'. Of hoe hij op de loop gaat met de volksverhalen over de Robin Hood-achtige Uilenspiegel. Wat gebeurt er in een 17de-eeuws Duits dorp als daar een kermisgast, wonderdoener met z'n troep binnentrekt.

 Zo'n dorp waar maar weinigen weet hebben van het volgende dorp en waar je de bewoners alles kunt wijsmaken. Kehlmann komt sinds zijn debuut Beerholms Vorstellung altijd weer terug op magiërs, illusionisten, mensen die dingen laten gebeuren die eigenlijk niet kunnen. Wat zijn schrijvers anders?

 Zijn Tyll Ulenspiegel is er ook zoéén. Wanneer Tyll met zijn troepje het dorp binnentrekt weten de bewoners diep van binnen dat er nog andere werelden bestaan dan de hunne. Het gerucht raast door het dorp: 'Tyll is er'. 

 En altijd zijn er dan meisjes die er opeens van dromen met zo'n troep mee te trekken, voorgoed van huis. Zo vraagt Tyll aan het meisje Martha, die 'niet wist dat er zo'n kracht, zo'n vaardigheid van geest uit een gezicht kon spreken' of ze meegaat.

 Tyll geeft een overrompelende voorstelling waarin heel hun wereld op z'n kop wordt gezet. Je merkt dat Kehlmann de zoon van een theatermaker is. De dorpelingen vergeten zelfs hun koeien te melken.

 Tyll heeft ook een sprekende ezel bij zich. 'Dat heet buikspreken.' Dan vraagt hij of Marthe meegaat met de troep, omdat ze immers 'anders' is. Nee, toch maar niet. Wat er dan gebeurt verklap ik niet. Ik lees verder.