Anders dan Bart Chabot denkt komt de kreet 'De geest moet waaien' niet van Johnny van Doorn maar van de dichter Hans Sleutelaar. De tweede prozabundel (1977) van Van Doorn draagt die titel ook omdat Sleutelaar daarbij als redacteur optrad. Johnny heeft me nog voorgedaan hoe Hans Sleutelaar deze legendarische tekst uitsprak. Zijn Sleutelaar-imitatie was beter dan het origineel, kan ik getuigen: 'Waaieh... geest moet waaieh...'.
Johnny was bij alles een voortreffelijk imitator, zijn overslaande Vinkenoog-stem onvergetelijk: 'Ik ben de dichter van de haat, ik ben geboren in een smalle straat..'
De Sleutelaarstem daarentegen had in Johnny's mond een onovertroffen zeurderige, wat wegwerpende toon. Hij kwam van pas in de volgende anecdote, die Johnny me eens vertelde.
Op zekere dag troffen hij en Hans Sleutelaar elkaar in de stad, en Johnny nodigde Hans uit bij hem en Yvonne in Noord te komen eten. Waarop Hans een bloemetje wilde meenemen voor de gastvrouw.
Johnny vond dat overdreven. Maar Hans stond erop. Zeggende (hier komt de Sleutelaar stem); 'Dat vinden die vrouwtjes leuheuk.'
Johnny haalde z'n schouders op. Vond het onzin. Maar eenmaal aangekomen op het adres Het Laagt 145 reageerde Yvonne precies zoals voorspeld: 'O Hans, bloemen, wat enig.'
En ging ze onmiddellijk in het water zetten.
Waarop Hans Johnny aankeek en (met de Sleutelaar-stem) zei: 'Zie-je-nou-wel.'
Zaterdag zijn biograaf Nico Keuning, Johnny's vrouw Yvonne en de letterkundige Bertram Mourits (die schreef over de samenwerking Van Doorn-Sleutelaar) van 10 tot 12 te gast in de weekendbijlage van de Avonden om te praten over de biografie 'Oorlog en pap'.