Aan zee

 Vandaag de laatste dag van Poetry International. Voor mij onbereikbaar. Wie ik onder meer miste was Anneke Brassinga, met wie ik eens haar bossen van herkomst opzocht, Schaarsber­gen. Nu zie ik haar op de site van Poetry met zee. Twee keer zee van een bosvrouw. Eerst 'Aan zee':

 De wind weegt de woorden/ bevindt ze te licht/ de wind huilt, veegt de woorden/ van tafel, uit het zicht

 het stormvogeltje dat ze opslikt/ zal stijgen tot de hoogten/ van de reuzenalbatros/ of alleen nog willen krijsen/ zoals ik, bestoven aap op stok.

 En dan 'Elementa':

 Als ieder ogenblik een ongekend begin is/ van nasleep die pas over eeuwen/ licht zal werpen op dit nu -

 zijn de bekende woorden sterrenschijnsel,/ amechtig arriverend, veel te laat./ Waar kunnen we dan nog over praten? 

 Alleen de lokstem van het water zwatelt/ in strikt hedendaagse taal, geen touw/ aan vast te knopen; zeker niet

 op het razende tijdstip van je verschuimen/ in een onophoudelijk liggen gaande/ onophoudelijk weer opstekende storm.

Allebei uit: Wachtwoorden (2005)