Loop der Dingen

 Dit voorjaar bracht Kunsthal Kade in Amersfoort een nogal filosofische tentoonstelling die voortkwam uit Der Lauf der Dinge van Fischli & Weiss, de gefilmde, schier eindeloze kettingreactie waarin voortdurend van het een het ander komt. Mooie catalogus.

 Iets valt waardoor een volgend object in brand vliegt etcetera. Het meest intrigerend was de publieksreactie, ook de mijne, het in de lach schieten.

 Je ziet voortdurend iets aankomen en jawel. Het valt, stort zich leeg of rolt weg. Wat is er grappig?

 Mijn vader, wiens leven uit ergernis bestond beweerde bij al wat door kinderhanden viel 'ik zag het aankomen, en ik had nog zo gezegd'.

 'Het Wolkenpaleis van den Tijd' van Jan van Ossenbeeck uit ca. 1670 laat zien dat het idee er altijd al was. Vrouwen met gevleugelde zandlopers op hun hoofd. Op grafmonumenten stonden ze ook.

 Het indrukwekkendst vond ik de lampenkappen van Hildegard Tholens. Die van glas leken, maar gemaakt waren van was, die door de hitte van de gloeilampen langzaam smolt. Op de vloer eronder lag een stapel grillig vervormde resten lam­pekap.

 De spreuken drongen zich op: 'Zie je wel. Als ik het niet dacht. Zo gaat het nou. Sic transit gloria mundi.'

 En tegelijk schoot ik in de lach.

 En Bert Brecht maakt het af met zijn lied over de 'Unzulänglichkeit des Mensc­hlichen Strebens'.

De loop der dingen

 Ze lopen ja, en dingen zijn het ook. De klassieke instal­latie van de Zwitsers Fischli & Weiss die zo heet (1987) bracht werk van vijfentwintig kunstenaars bijeen in de Amersfoortse Kunst­hal Kade.

 Loop, dingen. Beweging. Het spel van de omvallende dominostenen tot in het oneindige. En dat terwijl kunst toch de sublieme stilsta­nd nastreeft. Waarin alle beweging wordt samengevat.

 Er begint iets. De vleugelslag van een vlinder aan de ene kant van de aarde wordt tot een orkaan aan de andere. Of sterft weg. Zo kom je aan de geheimzinnige kracht die hier overal aan het werk is: het toeval. Het bestaat, leerde ik, en zou zelfs bereken­baar zijn. Maar dan wel door een onbestaanbare computer groter dan het heelal. En zolang die er niet is spreken wij van toeval.

 Wat trekt kunstenaars naar het onvoorspelbare? Hoe zal de boterham met chocoladepasta in het glazen potje - een van de microbiotopen van Jonael van der Sloot - er over een jaar uitzien? Wanneer zullen de lampenkappen van kaarsvet van­ Hildegard Tholen in druipsculpturen ontaard zijn en tenslotte op de vloer neergekomen?

 Het blijft geblinddoekt spelen. Tegen een gek. Van wie je altijd verliest. 

 Frank Halmans gebruikt een batterij zandlopers om de tijd tot stilstand te brengen. Hij heeft ze in een glazen kast opgeborgen, die meestentijds horizontaal hangt, zodat er geen zand stroomt. Totdat opeens heel kort de kast beweegt en het zand zakt. Heel even maar. Waarna even later het omgekeerde gebeurt zodat het netto resultaat van zandverplaatsing nul blijft en de tijd getemd.

 Van het een komt het ander. Maar wat is het een en wat het ander? En hoe volgt het een uit het ander?

 Blijven kijken, is de boodschap. Als een kind naar een rups. Bijvoorbeeld naar de fascinerende landschappen van Michiel van Bakel in Jaagpad (2015). Alsof je de ogen van een vreemd insect te leen krijgt.

 John Cage vond het geluid van het verkeer al interessanter dan zijn muziek.