Bij de dood van Jean Rochefort

 De echtgenoot van de kapster is gestorven: Jean Rochefort (1930-2017). In zijn mooiste film 'Le mari de la coiffeuse' (1990) van Patrice Leconte is hij het jongetje dat in de kapperszaak wegdroomt, steeds terugkeert en zich veel te vaak laat knippen.

 Door de winkelruit blijft hij naar haar staren tot de zaak sluit. Het jongetje dat haar echtgenoot wordt. Waarbij ik niet kan laten te denken aan Emmanuel Macron die zijn lerares trouwde.

 Jean Rochefort, een gezicht dat nauwelijks hoeft te bewegen om heel veel uit te drukken. Het naar niemand kijken maar ook niet. Het en passant langs zijn snor strijken.

 Minstens zo mooi vind ik 'Ridicule' (1997), waarin hij een jongeling uit de provincie aan het hof van Lodewijk XIV leert hoe je tot de vorst doordringt. Het antichambreren tot de dood er letterlijk op volgt. Het doet aan Kafka's 'Het slot' denken. Wie zal toegelaten worden tot de koning? Dat bepaalt z'n bedrevenheid in spitsvondige conversatie. Waarbij voor elke edelman 'le ridicule' - belachelijkheid - op de loer lag. Hovelingen leefden in voortdurende angst of ze wel genoeg esprit toonden.

 Een jongeman uit de provincie heeft een plan voor het droogleggen van de moerassen bij Lyon. Zijn enige kans is zich met esprit op te werken ‑ geholpen door een oude rot aan het hof, gespeeld door Jean Rochefort. Die hem leert wachten. In zaaltjes waar sommige gunstdingers al jaren zitten. En in slaap vallen. Tot de ambte­naar van dienst iemand oproept.

 Men maakt zich aan het hof ernstig zorgen over iets nieuws in Engeland. Iets wat op esprit lijkt, maar het toch niet is: 'humor'. Onbegrijpelijk.