Rutger Kopland

 Werd maandagavond 16 juli herdacht in de Avonden. In 1998 schreef hij een boek over dichters 'die hem verrasten'. Een van hen - eveneens dichter en psychiater - Frank Koenegr­acht, reageerde in brieven. Op 16 augustus 1997:

 'Mijn zoontje heeft zojuist een snoek van 99 centimeter gevangen bij ons voor de deur in de singel. Zo'n snoek van een meter is een mythologisch dier, dat kun je rustig van mij aannemen. Als hij op de grond ligt spartelt hij niet zoals andere vissen maar hij krinkelt als een slang. Wat is de bedoeling van een snoek?' (...)

 De mooiste zin staat in de laatste brief, die in dialoog­vorm is gegoten:

 'Rudi: Je bent psychiater, dokter van de ziel...  Koenegracht: Ik weet het niet. Over de ziel ga ik geloof ik niet. Ik weet niet of hij in mijn takenpakket zit of functieomschrijving maar ik zal je een verhaal vertellen. Een tijdje terug was ik - alweer - aan het snoeken met mijn zoon Jop. Op zeker moment liep Harry Rooijmans* voorbij en hij vroeg of er vis zat. Ik zei jazeker Harry er zit snoek en zeelt. Zeelt is een erg donkere vis die stil onder water ligt. Je ziet hem nooit maar hij is er wel; net als de ziel. Harry lachte ver­legen en jongensachtig en mompelde Frank zullen we de ziel dan maar laten zitten? Niet gek hè, voor een psychiater.'

 * hoogleraar Psychiatrie in Leiden.