Vrouwenvingers die langs kledingrekken gaan, iets oppakken en tegen het licht houden. Nog eens goed kijken en dan weer weg leggen met de 'toch maar niet'-blik. Dat zie ik meteen bij haar vandaag verschenen 'Tot op de draad'.
Wat een feestelijk boek. Zelf ben ik kort na de oorlog aangekleed - er was 'niets te krijgen' - in vermaakte afdankertjes van familie. In de jaren dat door heel Nederland postpakketten vol oude kinderkleren rondgingen. Groeide een neefje in Amsterdam ergens uit dan kon het naar mij.
Het vermaken zal me heugen. Urenlang heb ik stil gestaan voor vrouwen met spelden in huN mond. En aangehoord hoe lastig het was een broek van mijn grootvader de ouderling te transformeren naar mijn minuscule maat. Zo'n gulp! En dan dat jasje met Engelse sluiting (verborgen knopen) met een petje van het zelfde, gemaakt uit een loden jas van moeder die 'op' was.
'Ga nog eens even staan.'
'Tot op de draad, de vele levens van oude kleren' bestrijkt heel de geschiedenis. Van de tijd dat kleren generaties meegingen, vermaakt, versteld, tot de hippietijd toen het woord vintage nog niet bestond en ik opnieuw moest passen en stilstaan voor de hippie-vondsten gedaan bij meneer Speyer op de Houtkopersburgwal, waar balen Amerikaans dumpgoed aankwamen waaromheen men zich verdrong.
Nog bezit ik een spijkeroverhemd met op het borstzakje met de hand gestikt 'Claramae'. Van een vrouwelijke pompbediende in Chicago?