'Precies de weg weten in een huis dat niet meer bestaat,' luidt het Rudy Kousbroek-cliché.
Lezend in 'Gilgi, eine von uns' het debuut van Irmgard Keun. wandel ik door het Keulen van 1932, een stad die niet meer bestaat, zoals de meeste Duitse steden. Na de door de geallieerden in de laatste oorlogsfase aangerichte vuurstormen bleef weinig over.
Toch, samen met de kwaaie Gilgi ontvlucht ik het beroemde Kölner Karneval, over de natte kasseien van de Neumarkt, Mittelstrasse, Rudolphplatz en Aachener Strasse om te landen in de Konditorei waar straks opeens.
Het had gisteren geschreven kunnen zijn. Behalve dat de ongelooflijk preciese détaillering in straatbeeld, interieurs, kleding en al die van een andere tijd is. Ik ben in Keulen, in 1932. Onmogelijk.
Niet alleen is het een boek, iedereen dood, en ook heel de oude stad is verdwenen.
Toch lopen er in het Duitsland van nu mensen rond in niet meer bestaande steden waar zij precies de weg weten.
Je hoort er nooit iemand over.