In Memoriam Hans Keller

 Als ik een melancholicus heb gekend was het Hans Keller. Hij wilde in 1969 voor de vpro een film maken over het jeugdsentiment, waarvan ik een gangmaker was. Deels op te nemen in het Betondorp, waar zich Reve's jeugd deels had afgespeeld. Ik moest veel fietsen in die film, zijn cameraman Paul van den Bos had een engelen­geduld.

 Onderweg vanuit Hilversum moesten we van Hans opeens langs de stoep parkeren. Waarom?  'Een lampenwinkel,' zei Paul. 'Dat gebeurt vaker. Let maar op, dan blijft ie heel lang voor de etalage staan staren.'

En katholieke jongen was ie, en dat bleef ie. Ik leerde hem kennen ik denk in 1968. Hans Keller was net bij de VPRO komen werken en hij had vele ideeën. Een zo'n idee was de Grote Gedichtenwedstrijd. Kees Fens en ik zaten in de jury. Waarom ik? Ik was toen veelbelovend. De jury was typisch Hans Keller. Ik maakte kennis met de criticus Hans Gomperts, de dichter Huub Ooster­huis en Hella Haasse. We vergaderden in een zaaltje van Hotel Terminus tegen­over het Hollands Spoor in Den Haag, maar ook in het Amsterdamse priesterhuis waar Huub Oosterhuis woonde. Hella Haasse vertelde me van haar studerende dochter, voor wie ze sinaasappels had meegebracht in een boodschappentas. Toen kwamen de inzendin­gen. Hans bereidde ons wat beverig voor. Er stonden twaalf jute postza­kken met rood­witblauwe strepen in de kamer. Allemaal tot de rand toe vol met gedichten. We bekeken het topje van de ijsberg. En je zag het meteen: dit waren huisvrouwengedichten. Het moeten er duizenden geweest zijn. 'Dat zoveel mensen gedichten schrij­ven,' zei Hans. Een grote bedru­ktheid maakte zich van de jury meester. 'Als we nu allemaal zo'n zak mee naar huis nemen?', redeneerde Hans. Ik heb nog twee van die zakken in huis gehad. En er kleine hapjes van genomen. Het viel niet mee. We hadden ons volkomen vergist in het medium televi­sie.

 'Te veel en van een te geringe kwaliteit,' luidde tenslotte het oordeel van de jury. Maar die heeft hooguit een promille van de inzendingen gezien. Een ploeg werkstudenten stuurde alle inzendingen terug. Met een keurig briefje.

Tags: 

De God van Kees Fens

 Wiel Kusters, zijn biograaf, gaf een gedenkwaardige speech als eerste Kees Fens-lezing. Titel: 'Grote God', want zo luidde de verzuchting van Fens bij het betreden van de ontredderde kerk van zijn jeugd in Amsterdam-West.

 Een verzuchting die vreemd genoeg als muziek klinkt, in de film van Hans Keller. Wat blijft over na het slopen van kerken, het opheffen van katholieke voetbalverenigingen, de onttakeling van het onder­wijs? Hoe lang houdt de Mattheus Passion het nog uit? En wat gaat er verloren? Volgens Kees Fens veel van wat wij nu nog in ons achterhoofd meedragen, vaak zonder het ons bewust te zijn. Fens zei: 'De hemel is in scherven naar beneden gekomen en die hebben zich overal verspreid’.

 Wat lag er opgeslagen in die onttakelde kerk? Zelf loop ik overal kerken binnen en fotografeer daar liefst stofzuigende vrouwen. Waarom? Ik herken de figuren aan de muren, de beelden. Kijk die, o die. Zonder iets te geloven maar toch.

 Ja, ook ik ben doordrenkt met een cultuur van zonde, boete, kruisiging, maar ook van bidden. Ik weet van Job, Noach, de woestijn, Jericho. En denk niet 'wat doe je nou' als een moeder haar volwassen dode zoon op schoot neemt en als zijn bloedmooie vriendin het beb­loe­de kruis omklemt waar hij aan wilde hangen om ons te redden.

 Ik weet, we houden Bach-Christenen over, die als de katholieken sinds mensenheugenis alleen voor het opdragen van de mis even het dorpsplein oversteken van het café naar de kerk. Geloof is voor oude vrouwtjes. Is dat erg? Gerard Reve zou zeggen dat het de kern van de zaak is. Net als de vermaningen voor jong ver­loof­den op goedkope folders met nare illustraties. Juist zij vormen een godsbewijs.

 Wat overblijft is het volgens Fens zo katholieke woordje 'eige­nlijk'. Misschien is het verval ervan wel de kern van ons geloof. In het onder ogen zien ervan ligt begrip bes­loten. 

 Fens had het weinig over de Islam. Toch is het verval van de Islam om ons. Een andersoortig verval, dat wel. Vervallen doe je in stijl. En ons verval is beter dan het hunne! De speech ligt in de winkel. De biografie van Fens ook.