De film begint met een bedachtzame Isabelle Huppert, maar krijgt al snel een razende haast waardoor je geen kans krijgt personages en situaties beter te leren kennen. Het interesseert je dan niet meer wat hun motieven zijn, wat ze overkomt. Blijft over psychoslapstick.
Een ingewikkelde Hitchcock-achtige plot waarin Isabelle Huppert als Michelle een jeugdtrauma verwerkt in herhalingen van sm-motieven. Een bevroren vrouw.
Al blijft Verhoeven goed in het oproepen van seksuele spanning, Huppert krijgt te weinig kans om haar scenes uit te spelen. Ze wil maar geen personage worden.
En het begint zo mooi. Er breekt opmerkelijk veel. Na de eerste verkrachtingsscene gaat Huppert de scherven opvegen. Haar kat staat duidelijk voor het kwaad, is net niet zwart maar grijs. Ook het sluiten van de luiken bij naderende storm samen met wat later de boosdoener blijkt is mooi omineus.
Maar dan blijft het verhaal hangen in een herhaling van zetten. Seks en geweld zijn niet spannend meer. De herhaalde gewelddadige verkrachtingen door de man in het gemaskerd verkleedpak worden een beetje komisch.
De boodschap blijkt aan het eind: er schuilt ziekigheid in de mensen en we zullen nooit weten wat bij wie. Zeker de natuurlijk domme politieman niet. Zodat we naar huis gestuurd worden met de dooddoener 'dat hadden we toch nooit achter hem of haar gezocht'.