PC toen

 Vandaag verschijnt op de Beurs van Bijzondere Uitgevers een boek over 125 jaar het studentenblad Propria Cures. Dit over de twee jaar die ik daarvan meemaakte.

 In de jaren 1967‑1969 was het winter, ook als het zomer was. Heel Amsterdam was links behalve wij. Het redactielokaal lag eenhoog boven de fietsenstalling achter drukkerij Jacob van Campen, met zicht op de Oudezijds Achterburgwal. Een met hout afgeschot hok. De hoofdingang lag aan de Oudezijds Voorburgwal. Met eenhoog de loodzetterij waar de oude zetter Hampe foutloze stroken aflev­erde. Tussen de middag at hij brood uit een trommeltje, legde zijn hoofd op zijn toetsenbord en sliep op de kop af een half uur. Ik liep altijd met een loden regel in mijn zak.

 Meneer van Dongen, chef van de zetterij in een blauwe stofjas, kwam met de brommer uit Noord en klaagde over de meisjes op de pont in minirokjes 'waar je zo onder kon kijken'. Hij was gereformeerd en veranderde elke bastaardvloek in onze stukjes in 'rododendron'.

 De links geworden studentenorganisatie ASVA zei het collectief abonnement op PC op, ze wilden van het geld 'informatiemappen' laten drukken. Wanneer de studenten eenmaal goed geïnformeerd waren over Zuidoost Azië kwam het goed in Vietnam. Zo hadden we van 10.000 opeens 1500 abonnees. Ik suggereerde informatie door het drinkwater te spuiten.

 Wij, dat waren de dichter Karel Soudijn, Peter van Heerden, jongere broer van Jaap, die met Renate Rubinstein ging. Renate, die me soms op de thee sommeerde als ik iets geschreven had wat haar niet zinde, zoals 'het bevolkingsregister in de gracht'. Maar bij de Gemeentegiro kwam ik haar tegen in een donkerrood namaak‑leren rokje en zwartwit gestreepte kousen. Terwijl we wachtten ondervroeg ze me over Bob Dylan, wie dat toch was. Peter kwam bij het Parool terecht waar hij volgens Rudi 'hoofdredacteur van het weerbericht' werd. Verder Theun de Winter, Rudi ter Haar, Hans Vervoort en ik.

 De redactie kwam bijeen in het Oudhollandse Koffiehuis naast het stadhuis dat nu een hotel is. Rudi ‑ dichter van de 'de uitvinding van de romantiek, de zon gaat onder, ik voel mij bijzonder' ‑ was onze belangrijkste redacteur omdat hij nauwelijks schreef, behalve 'Drie omslachtige manieren om weinig geld te verdienen'. Zijn weinige stukken kwamen soms binnen met een getikt begin, een vervolg in rood ballpoint en een slot met potlood. En werden door meneer van Dongen teruggestuurd met 'kopij Hr. ter Haar te laat, kan niet meer mee'.

 Vaak moest ik maandagavond nog twee kolom schrijven ‑ lange tijd bij de een petroleumlamp omdat op Kattenburg geen elektra was. Dat gooide ik 's nachts op de Wallen in de bus, keek naar die ene reusachtige hoer en at een broodje warm vlees op de Nieuwmarkt.

 Rudi's entrees in het koffiehuis waren legendarisch en hij wist het. Hij nam een pauze en zei dan iets als 'mijn moeder heeft zich teruggetrokken uit het openbare leven'. Waarna bleek dat ze in Kampen uit het koor was gestapt.

 Theun en ik deden de layout. Zo vonden we in een schoenendoos de oude kop van PC terug, die er nu nog boven staat. Hans was al volwassen had een brommer, een baan bij het buro Interview en een woonboot aan de Dijksgracht. Daar haalden we een nacht door. Er zijn foto’s van, gemaakt zomer 1967 in de vroege ochtend. Rudi ontbreekt. Karel Soudijn had de redactie al verlaten

Viool (1)

 Donkere dagen en vanmorgen poëzie op teletekst: 'Violist Tata Mirando heeft voor 50 euro op een rommelmarkt een viool gekocht die waarschijnlijk meer dan een ton waard is. De muzikant van het koninklijk zigeunerorkest ontdekte dat de viool in 1801 is gebouwd door Giuseppe Guadagnini. Kenners schatten de waarde tussen de 75.000 en 150.000 euro.'

Ik dacht meteen aan de dichter Rudi Ter Haar, die onsterfelijk werd met zijn gedicht De uitvinding van de romantiek:

De zon gaat onder,

Ik voel me bijzonder.

Het verscheen op 4 februari 1967 in het Amsterdamse studentenblad Propria Cures, en sindsdien in bloemlezingen, waaronder die van Komrij. In een boekje uit 1972 staan nog vijf andere gedichten, waaronder 'Hakke hakke puf puf':

De trein van Brussel-Zuid

naar Brussel-Noord

Tobben over geld, pijn in een

schouder, wat straks te zeggen

tegen E., tocht bij het raampje,

wel of geen sigaret, een blik

die misschien meer betekent,

de toekomst zelfs (en wat

die brengen moge).

 

Met leed boven leed

Komt troost uit

de Gazet van buurman:

'Zieke Zigeunerkoning

Moet Zijn Viool Verkopen'.

Tags: 
Rudi ter Haar (1968)

Rudi ter Haar

Rudi ter Haar werd onsterfelijk door zijn gedicht: De uitvinding van de romantiek: De zon gaat onder,Ik voel me bijzonder.

Het verscheen op 4 februari 1967 in het Amsterdamse studentenblad Propria Cures, en sindsdien in bloemlezingen, waaronder die van Komrij en nu op websites. In een kleine keuze uit PC, in 1972 samengesteld door Rogier Proper staan nog vijf andere gedichten van Ter Haar. Twee ervan uit '66. 

 

Het geluk:

 

op een trieste dag

toen ik rut was en honger had

vond ik, wanhopig speurend

in jas- en broekzakken,

een kalme gulden,

die daar tussen

potloodstompjes en tabakskruimels

te wachten lag;

ik voelde toen

een echt geluk:

ik rekende op niets

en kreeg iets meer.

 

Hakke hakke puf puf

 

De trein van Brussel-Zuid

naar Brussel-Noord

Tobben over geld, pijn in een

schouder, wat straks te zeggen

tegen E., tocht bij het raampje,

wel of geen sigaret, een blik

die misschien meer betekent,

de toekomst zelfs (en wat

die brengen moge).

 

Met leed boven leed

Komt troost uit

de Gazet van buurman:

'Zieke Zigeunerkoning Moet

Zijn Viool Verkopen'.

Nooit verscheen er een bundel. Ik kende hem en heb een foto uit die tijd waarop hij een pet draagt. En nu tref ik hem op een raadselachtige website Helanville, een kunstenaarsonderkomen. PS. Bijgaand klassieke logo van PC, tot op heden in gebruik, werd door mederedacteur Theun de Winter en mij in 1968 uit een schoenendoos met oude cliché's gevist en in ere hersteld. Het wordt nog steeds gebruikt.

Tags: