Wijnanda Deroo (2)

 Gistermiddag ontmoette ik fotografe Wijnanda Deroo in de Amsterdamse Wetering Galerie, waar haar foto's van het Rijksmuseum hangen, gemaakt tijdens de restauratie.

 'Het lege museum', inderdaad, zo leeg zal het Rijksmuseum niet vlug meer worden. Niemand te zien, niks te zien, behalve wat gereedschap en kabels in lange, lege gangen. Wijnanda Deroo's stijl - ze wacht soms uren, dagen op de juiste lichtval - benadrukt die leegte. Zodat je gaat denken 'zo is het goed'.

 Wat je ziet is ook 'Het vuile museum'. Want behalve leeg is Wijnanda's museum ook vuil. Tegen onafgewerkte muren zitten hier en daar nog restanten van de lelijke wandschilderingen van Cuypers. De vloeren zijn smerig, alsof het zo hoort. De laatste jaren groeide het onkruid tegen de muren, ik ging kijken en dacht 'hoe lang heeft een gebouw nodig om wat karakter te krijgen?' Het werd eindelijk wat.

 Kijkend naar deze foto's ontwikkel je een heilige vrees voor al te smetteloze restauratie. Dat iets meer dan honderd jaar oud is moet je er aan af kunnen zien. Er zijn toch ook vrouwen die een nieuwe jurk eerst een jaartje in de kast laten hangen? Hoe harder men jubelt hoe meer ik aarzel met een eerste bezoek. Indachtig de uitspraak van E.M.Forster 'Mistrust all enterprises that require new clothes.
 Maandag in de Avonden meer over Wijnanda Deroo

Leeg

 Vanaf 6 april zijn bij de Amsterdamse Wetering Galerie de foto’s te zien die Wijnanda Deroo maakte van het Rijksmuseum tijdens de eindeloze verbouwing. Titel: Het lege museum.

 Een veelzeggende leegte. Er bestaat in Groningen een voetbalstadion dat De lange leegte heet en wie de foto’s van Deroo ziet begrijpt hoe de begrippen lang en leeg een geheel kunnen vormen. Het werk ligt stil. De werklui zijn weg, allang naar huis. Of voorgoed vertrokken. Met achterlating van wat gereedschappen en lege potten en blikken. Zodat wij als spieders door een raam letterlijke stillevens kunnen zien van een ongekende schoonheid.

 Zelfs een Rembrandt zou hier misstaan. 

 Die afgebladderde muurschilderingen doen Pierre Cuypers recht, Zijn werk was altijd al te clean, te af. Kon wel wat sleet gebruiken. Matthias Weischer zou me van harte bijvallen.

 

Van Deyssel
Huysmans

J-K Huysmans

 Was een halve Nederlander. Zijn werk werd gevolgd door onder meer Lodewijk van Deyssel. 'Tegen de keer' (1884) is het verhaal van 'de ongelovige die zou willen geloven'. Iets wat Van Deyssel als katholieke jongen aansprak.

 Het slot is een wanhopig gebed, verwant met het slot van Reve's Avonden: 'Eeuwige, enige, almachtige, onze God,' zei hij zacht, 'vestig uw blik op mijn ouders. Zie hen in hun nood. Wend uw blik niet af.'
Of met Multatuli's 'Gebed van de onwetende', waarvan de slotzin is 'Mijn God er is geen god'.

 De Middelleeuwen waren in de mode. ook bij bouwmeesters als Viollet-le-duc en Cuypers.
Maar toen Huysmans zich weer voluit tot de kerk bekeerde en daarover de roman 'En route' schreef was het mis bij Van Deyssel: 'Het is gebeurd, maar hij weet niet hoe'. De enige ervaring die volgens Van Deyssel op papier komt is die van 'eene zachte aanraking van zijn zieleleven, die hij gewaar werd, van een van buiten komende wil, die zich voor de zijne in de plaats stelde'.
Van Deyssel concludeert dat het boek niet meer is dan 'een muzeum van ziele-antiquiteiten'.

 Woensdag ga ik bij Peter Nissen langs die schreef over mystiek en spiritualiteit rond 1900, ook vergeleken met die van nu.    
 

)

Pierre Cuypers (2)

 Hij bouwde in Amsterdam zowel het Centraal Station als het Rijksmuseum. Twee stadspoorten, de ene naar het spoor en het IJ en de andere nieuwe wijken in het Zuiden.De katholieke bouwmeester Pierre Cuypers (1827-1921) wordt dezer dagen geëerd met tentoonstellingen in Rotterdam (in het Nederlands Architectuur Instituut) en in z'n geboorteplaats Roermond.

 In 'Schoonheid als hartstocht' geeft Ileen Montijn een portret van onze - felomstreden - eerste modern opererende architect, de voorloper van Berlage. Meer dan 80 kerken bouwde hij. Vanaf 1853 was het katholieken immers weer toegestaan bisschoppen te benoemen en kerken te bouwen. En verder nog kastelen (de vrije fantasie De Haar in Haarzuilen) en villa's. Het interieur van de Ridderzaal (inclusief troon) heeft hij ook nog op z'n naam.

 Je kunt niet om Cuypers heen. Met zijn eigen mengsel van neostijlen en zijn pleidooi voor het ambachtelijke zweeft hij tussen een geïdealiseerde Middeleeuwen en de moderne tijd van staal en beton in. Samen met Ileen Montijn liep ik door de Amsterdamse Cuypers-buurt bij uitstek: de Vondelstraat. Vanavond te horen in De Avonden om 21.15

Ileen Montijn
Beluister fragment
Posthoornkerk in Amsterdam, nu horeca
Heilig Hart

Pierre Cuypers (1)

 Met de bouwmeester Cuypers (1827-1921, hij hield niet van 't woord architect) ben ik nog op geen stukken na klaar. Hij wordt dit jaar herdacht met tentoonstellingen in Rotterdam (NAi) en Maastricht.Lees 'Schoonheid als hartstocht' van Ileen Montijn.Meer dan 80 kerken, kastelen, villa's, het Centraal Station en het Rijksmuseum in Amsterdam. Je kunt niet om Cuypers - en zijn navolgers - heen kijken, al is alweer veel gesloopt. Gek wat voor een heftige en tegenstrijdige gevoelens zijn werk bij me losmaakt.

 De neogotiek waar hij in Europa (samen met de omstreden Franse restaurator Viollet-le-Duc) een voorman van was, blijft voor mij een ongrijpbare, enge hybride. De vormen en decoraties (het ambachtelijke in ere hersteld!) zweven tussen geïdealiseerde Middeleeuwen en de moderne tijd van staal en beton. Je kunt er griezelfilms in opnemen. Maar de slijtage is ook al zover dat de gezelligheid toeslaat en een Cuyperskerk een café kan worden.

 Die stijl. Halverwege handwerk en massafabrikaat. In wat mensen maken speelt altijd de geest van hun tijd mee, juist wanneer ze proberen daar onderuit te komen.Wat je afziet aan een afbeelding van een Romeinse soldaat of een Indianenopperhoofd is allereerst in welke tijd hij gemaakt is. Een Romein uit 1870 is niet te vergelijken met een Romein uit 1953.En zo wordt een heilige Theresia van Cuypers nooit een heilige Theresia uit 1500. Hoe katholiek de bouwmeester en zijn mannen ook waren, Gods zegen rustte niet op hun werk.'t Blijven dooie poppen met lege ogen.

Tags: